Hoofdstuk 35
==
Phils telefoon trilde in zijn zak, net nadat Lou hem vrijdagochtend had uitgezwaaid. Zijn penis begon te tintelen toen hij de gedurfde tekst las.
De sms’jes waren heel vriendelijk begonnen: Hoi, hoe is het? Heb je een leuke dag? Maar al snel waren ze bedekte toespelingen gaan maken. Wat is het koud vandaag! had hij geschreven. Waarop ze antwoordde: Ik word juist steeds heter. Maar goed, nog steeds onschuldig.
Ja, je moest soep lekker lang laten trekken, zoals Lou vaak zei. Hij was het helemaal met haar eens. Breng de handel meteen aan de kook en je bederft alles.
==
Er lag een klein zakje op Lous bureau toen ze op kantoor kwam. Ze maakte het open en vond een doosje lucifers. Eerst begreep ze het niet, totdat ze Karen besmuikt zag lachen. Toen begreep ze het wél.
Lou stormde naar haar toe en omhelsde haar.
‘Ik wilde het niet meteen vertellen, voor als ik het niet leuk vond of het niet kon,’ zei Karen. ‘Maar nu is het echt zeker: ik volg de cursus. En weet je, Lou, ik vind het ontzettend leuk om te doen. Bedankt voor je advies. Nu neem je die lucifers mee naar huis en je verbrandt dat lelijke bordeauxrode mantelpakje!’
Lou grijnsde met haar hele gezicht – haar mond, haar ogen en zelfs haar neus deden mee. ‘Heb je Personeelszaken om een tegemoetkoming in de kosten gevraagd?’
‘Doe niet zo raar,’ snoof Karen. ‘Ze zouden nee zeggen, en die voldoening gun ik ze niet. Nee, het lukt zo ook wel. Mijn ouders en mijn broer Nigel betalen een deel van het cursusgeld, en Chris past op de kinderen als ik moet studeren. Dus...’ Ze rammelde met het doosje. ‘... nu moet jij je belofte nakomen, Slankie.’
‘Volgens mij is “Slankie” overdreven.’ Lou glimlachte, maar ze genoot er toch van dat er voor het eerst in eeuwen zoiets tegen haar werd gezegd. ‘Ik moet bekennen dat ik dat mantelpak al heb weggegooid, dus ik kan het niet meer verbranden.’
Inmiddels stond iedereen rond Karens bureau om te zien wat er aan de hand was. Stan gaf haar een dikke zoen en Zoe sloeg haar armen om haar heen, en zei dat ze het graag zou hebben geweten omdat ze dan op gebak had getrakteerd.
‘Dat kan altijd nog,’ zei Karen lachend.
Bij wijze van interimmaatregel gingen ze met zijn vieren naar het koffiezetapparaat om koffie en warme chocolademelk te drinken.
Op dat moment kwam Nicola binnen. ‘Wat is dit?’ vroeg ze vinnig. ‘Wat is er aan de hand?’
‘Gewoon een besloten vergadering,’ gnuifde Karen, die van grote hoogte op haar neer kon kijken, zowel letterlijk als figuurlijk.
‘Ik neem aan dat Roger in de wolken zal zijn als hij hoort dat zijn personeel privébijeenkomsten houdt terwijl hij hun salaris betaalt,’ zei Nicola kwaadaardig, en ze marcheerde weg naar haar bureau.
‘Ze loopt alsof ze nodig naar de wc moet,’ snoof Karen tegen Lou.
Stan en Zoe dropen af naar hun bureau.
‘Lou, ben je al klaar met de kwartaalcijfers die ik je gisteren heb gegeven?’ riep Nicola, wetend dat ze daar geen tijd voor had gehad. Tenzij ze superwoman was.
Maar wat werk betreft wás Lou superwoman, dus kon ze in alle eerlijkheid antwoorden: ‘Ja, de stukken liggen op je bureau.’
Karens glimlach zei onmiskenbaar fuck you. Nicola zag het en kreeg vlekken in haar nek, wat meestal betekende dat ze extra haar best zou doen om gemeen te zijn. Maar Lou had die dag een extra dikke muur om zich heen. Ze wist dat ze al met één voet buiten de deur van dit kantoor stond, op weg naar haar koffiebar. De andere voet zou binnenkort volgen. En aan het eind van de dag zou ze Tom zien; dat was zelfs met de ergste tegenspoed een reden om te glimlachen.
==
Lou pikte Deb op van haar werk bij de bakkerij. Samen reden ze de stad uit naar het lieflijke platteland, in de richting van Oxworth, waar Tom woonde.
‘Enig idee hoe we moeten rijden?’ vroeg Deb.
‘Zo’n beetje,’ zei Lou. ‘We moeten afslaan bij het bord voor een landgoed dat The Horseshoe heet.’
‘Je bedoelt het bord waar we een kilometer terug langs zijn gekomen?’
‘O nee, echt waar?’ Lou keerde en reed terug naar het bord. ‘Oké. Hier moeten we rechtsaf, dan naar links bij een pub die Salt Pot heet. Daar komen we op een lange laan met bomen, en dan is het de eerste oprit aan de linkerkant.’
‘Allemachtig,’ zei Deb toen ze op de laan met bomen kwamen. ‘Wat is het hier móói.’
Voor hen lag een oude victoriaanse villa met puntgevels, in een beeldige tuin met hoge heggen en borders met bloemen die net in bloei kwamen.
Ze stopten naast Toms auto – een grote, mannelijke auto met vierwielaandrijving. Lou kon voor zich zien dat hij in die auto over ruw terrein hobbelde, met zijn trouwe hond naast hem. Hij deed de deur open en zwaaide naar hen.
‘Hoi.’ Deb liep op haar zelfverzekerde manier naar hem toe en drukte een beleefd kusje op zijn wang, waarmee ze Lou een uitdagend voorbeeld gaf.
Jezus, wat moest ze nu doen? Hetzelfde als Deb?
De beslissing werd voor haar genomen toen Tom zich vooroverboog naar Lou en haar een kus op haar wang gaf. Ze raakte er helemaal van in de war, en in plaats van ‘hallo’ zei ze ‘bedankt’.
Deb schaterde en hielp haar onbedoeld uit de verlegenheid. ‘O, nee, ik dacht dat ze nuchter was, dus heb ik haar laten rijden. Zo te zien had ik het goed mis.’
Tom lachte en liet hen binnen. Galant legde hij een hand tegen Debs rug om hen verder mee te voeren, zag Lou. Er ging een steek van jaloezie door haar heen.
Ze kwamen in een ruime hal met zwarte en witte tegels op de vloer, en een mooie, robuuste houten trap. Halverwege de trap was een groot glas-in-loodraam, waardoor het late zonlicht naar binnen scheen. Het was helemaal niet het ongezellige en rommelige mannenhuis dat Lou zich had voorgesteld nadat ze de winkel had gezien.
‘Dit is prachtig,’ zei Deb, en ze draaide een rondje om alles te bekijken.
‘Het is een enorme klus om alles te krijgen zoals ik het hebben wil,’ zei Tom, ‘maar in elk geval is het sloopwerk achter de rug. Nu ben ik in de opbouwfase. Maar ik ben nog lang niet klaar, dat zien jullie zo wel.’
Ze volgden hem naar een grote kamer, waar de geur van zaagsel deed vermoeden dat de vloeren recentelijk waren geschuurd. De muren waren kaal en hier en daar was het stucwerk vernieuwd. Afgezien van een enorme tafel met stoelen was de kamer hol en leeg, als schilderslinnen dat wachtte op de creatie van een schitterende eetkamer.
Tom haalde een pot koffie en een grote koektrommel. Er zaten lekkere koekjes in, en de trommel was duidelijk nieuw, speciaal voor de gelegenheid gekocht, maar als typische man legde hij de koekjes niet op een schaaltje. Lou moest erom glimlachen. Hij was een echte man die niets op had met valse vormelijkheid. Ze kon zich niet voorstellen dat hij zou gaan gillen van spinnen of niezen omdat een dier naar hem had gekeken, zoals Phil. Daardoor bedacht ze iets.
‘Waar is Clooney?’ vroeg ze.
‘Bij mijn tweelingbroer,’ zei Tom met een guitige grijns. ‘Oké, voordat je me een opstopper geeft, hij is bij mijn zus. Ik wilde even rustig met jullie praten, dus nu speelt hij met de kinderen. Ik haal hem straks weer op, als wij hier klaar zijn.’
‘Inderdaad, ter zake.’ Deb begon hun bespreking door een roze wafeltje als voorzittershamer te gebruiken.
Een uur later had Tom hun de plattegronden laten zien en hadden ze Mays huurcontract regel voor regel doorgenomen, zodat ze wisten dat er geen venijnige kleine lettertjes waren. Ze hadden afspraken gemaakt over de voorwaarden en de huurbetalingen, en Lou had Mays verbazingwekkend nette boeken bekeken. Lou en Deb waren nog gelukkiger met het aanbod dan eerst. Tom vroeg erg weinig huur, maar hij leek volmaakt tevreden met hun overeenkomst, en hij had geen bezwaren tegen hun verbouwingsplannen – als de bank hun het geld wilde lenen, uiteraard. Lukte dat niet, dan hadden de twee vriendinnen samen genoeg spaargeld om hun plannen te realiseren, hoewel de aanpak dan soberder zou zijn.
Ze zouden naar zijn notaris gaan om het contract te tekenen. Hij adviseerde de dames om met May te gaan praten als ze zeker wilden weten dat hij een betrouwbare huisbaas was.
Deb zei dat ze dat inderdaad zou doen. Mensen konden nog zo aardig overkomen, zij vertrouwde in principe niemand.
Ze maakten zich op om weg te gaan, toen ze Toms voordeur open en weer dicht hoorden gaan, gevolgd door een opgewekte vrouwenstem. ‘Ik ben het!’ klonk het vanuit de hal. Hakken tikten op de tegelvloer, tegelijk met de poten van een dier.
Tom sprong overeind, maar hij was te laat om te voorkomen dat de vrouw de kamer binnenkwam, met een autostoeltje in haar hand. Clooney kwam achter haar aan, begroette Tom en Lou en snuffelde tussendoor snel even aan Deb.
‘Stoor ik?’ zei een slanke vrouw met korte, witblonde krullen. Ze bekeek de beide vrouwen met een vriendelijke glimlach – de kleine met het mooie rode haar en de glinsterende groene ogen, en de andere, met lange benen en goudkleurig haar.
Tom was opeens niet meer op zijn gemak.
‘Nee, het geeft niet, we wilden net weggaan,’ zei Deb, nieuwsgierig naar de nieuwkomer.
‘Dit is mijn zus Samantha,’ zei Tom. Hij streek nerveus over zijn achterhoofd. ‘Sam, dit zijn Debra en Lou. Ze gaan het café overnemen van May.’
Sam gaf hun allebei een hand en berispte haar broer omdat hij haar bij haar ‘zondagse naam’ had genoemd. ‘Sorry, ik wist niet dat je bezoek had. Ik moest de deur uit om luiers te kopen, dus kon ik in één moeite door Clooney terugbrengen, om jou de rit te besparen. Lucy zou het leuk vinden om haar grote oom Tom te zien.’ Ze draaide het autostoeltje om en daar lag, gewikkeld in een roze dekentje, een piepklein baby’tje met donzig blond haar.
Tom keek hulpeloos naar Lou, Deb keek hulpeloos naar Lou, en Sammy keek naar de drie stijve standbeelden die haar in verwarring aankeken. Haar broer gedroeg zich erg vreemd.
Lou besefte dat zij de spanning kon verbreken. Ze slikte moeizaam, liep naar het autostoeltje en boog zich naar voren, zodat de baby haar vinger beet kon pakken. ‘Wat is ze mooi!’ zei ze ademloos.
‘Wil je haar even vasthouden?’ vroeg de trotse moeder, die absoluut niet begreep waarom haar broer achter de rug van de vrouw gekke bekken naar haar trok.
‘Graag,’ antwoordde Lou zacht.
Sam haalde haar dochtertje uit het stoeltje en gaf haar aan Lou, die haar hand tegen haar achterhoofd legde om het hoofdje te ondersteunen. Het kind had een fluweelzachte huid en rook naar talkpoeder en melk. Haar hoofdje rustte tegen Lous schouder.
Lou had nog nooit zo’n jonge baby vastgehouden. Ze had nooit geweten hoe teer ze waren; de handjes, de nageltjes, de dunne beentjes, de piepkleine sokjes. Ze schoot vol bij het zien van de sokjes, en moest heel erg haar best doen om haar tranen te bedwingen.
Lou sprak zichzelf vermanend toe; ze kon niet de rest van haar leven telkens overstuur raken als er een baby in de buurt was. Er waren zoveel mensen met zoet ruikende baby’s, die kon ze niet allemaal vermijden. Ze toverde een vrolijke glimlach op haar gezicht en gaf het zachte roze bundeltje terug aan Toms zus. Sam boog zich over het autostoeltje om haar dochtertje er weer in te nestelen.
‘We moeten nu echt gaan.’ Deb pakte Lou bij haar elleboog en stuurde haar naar de deur, wetend dat het mis zou gaan als ze langer bleven. ‘Tot kijk, Sam, het was leuk om je te leren kennen. Tot snel, Tom. Ik ga morgen met May praten.’ En ze gaf hem opnieuw een vluchtige kus.
Tom boog zich naar voren en vlak bij Lous oor raakten zijn lippen haar wang. ‘Het spijt me heel erg,’ fluisterde hij.
‘Zeg alsjeblieft niets tegen je zus,’ fluisterde Lou terug. ‘Als ik haar was, zou ik mijn baby ook aan iedereen willen laten zien.’
‘We komen er zelf wel uit,’ zei Deb en ze wapperde met haar hand.
Eenmaal buiten moest Lou een paar keer heel diep ademhalen.
‘Gaat het?’ vroeg Deb.
‘Natuurlijk gaat het,’ zei Lou gemaakt opgewekt.
‘Ja, en ik ben Kylie Minogue,’ zei Deb. ‘Zal ik rijden?’
‘Graag,’ zei Lou met een dankbare glimlach.
Phil kon zich niet herinneren wanneer hij voor het laatst zelf het inbraakalarm had moeten uitschakelen en het licht had moeten aandoen als hij thuiskwam van zijn werk. Het huis voelde koud, hoewel de centrale verwarming een uur geleden automatisch aan was gegaan. Er hing geen welkome geur van zijn vrijdagse curry, er klonk geen achtergrondgeluid van een cd of de tv, en er was geen Lou in de weer om de tafel te dekken. Meestal ging hij vrijdag meteen na zijn werk hardlopen, maar vandaag had hij dat expres niet gedaan om nog meer twijfel te zaaien bij Lou. Helaas werd het effect van zijn vroege thuiskomst geheel verpest, aangezien ze er niet was om het mee te maken. Waar zat dat mens, verdomme?
Alweer trilde de telefoon in zijn zak. Eigenlijk moest hij het een beetje afremmen. Maar ja, als Lou het niet nodig vond om een goede echtgenote voor hem te zijn, wie kon het hem dan kwalijk nemen?
Hoop dat je dit weekend iets leuks doet xx las hij.
Jij ook tikte hij in. Toen wiste hij de tekst en schreef hij iets veel minder onschuldigs. Zullen we zondag samen lunchen? xx Wat kan mij het verdommen, dacht hij. Het werd tijd om plankgas te geven.